Aspergestijd

Aspergeteelt kwam al ver voor Christus in het oude Egypte en in de Romeinse tijd voor, daarna is het in verval geraakt, maar later in de vijftiende eeuw is het weer in diverse West-Europese landen opgebloeid. In negentiende eeuw werden ook in Nederland en België weer asperges geteeld en ontwikkeld.

Het aspergeseizoen heeft twee volle maanden van midden april tot eind juni (Sint Jansdag). Asperges zijn moestuinplanten en houden van een voedingsarme grond, waar ze het beste in kunnen groeien. We hebben witte asperges, soms met paarse koppen, die in een opgehoogd grondbed –dus onder de grond zonder zonlicht- groeien en groene asperges die boven de grond groeien met zonlicht. Witte asperges worden onder de grond gestoken, groene asperges worden boven de grond afgesneden. Sommige mensen vinden witte asperges lekker andere geven de voorkeur aan groene asperges. Beide aspergesoorten zijn zeer waardevol voor onze gezondheid, zitten boordevol vitamines en mineralen, zijn licht verteerbaar en hebben weinig calorieën, bevatten veel water, bezitten veel oplosbare vezels, heeft een vocht afdrijvende en laxerende werking en het aminozuur beta-asparagine stimuleert de nieren

Aminozuur bèta asparagine. Deze zwavelhoudende stoffen in de asperges wordt na de stofwisseling en uitscheiding een merkwaardige urinegeur zwavelalcoholen waargenomen.

Er zijn mensen die deze geur niet, of in mindere mate, kunnen ruiken doordat zij een receptor in de neus missen, door erfelijke bepaling, die deze geur juist waarneemt.

Zie recept: super heerlijke ‘gebakken asperges’